Martervangkooi 2 ingangen – Metaal

Vangtips

1. Gebruik aas zoals eieren, vlees, nat kattenvoer of vis om vossen aan te trekken.
2. Om katten te lokken, kunt u gebruikmaken van aas zoals nat honden- of kattenvoer, eieren of vis (makreel, paling, sardientjes).
3. Grote knaagdieren kunnen worden aangetrokken met aas zoals pinda's, brood, wortels of appels.
4. Raak de kooi nooit aan met blote handen; gebruik altijd schone handschoenen om te voorkomen dat er menselijke geur aan de kooi komt.
5. Plaats de kooi op een plek waar u vermoedt dat het ongedierte veel rondloopt, bij voorkeur op een beschutte locatie met de opening in het looppad.
6. Plaats in eerste instantie wat aas op de valtrede en ook aan het begin van de kooi. Op deze manier kan het dier wennen aan het aas en zal de angst voor de kooi verminderen. Als het aas aan het begin van de kooi op is, kunt u het eventueel opnieuw aanvullen. Zodra het dier vertrouwd is met de locatie, stopt u met lokken aan het begin van de kooi en gebruikt u alleen de valtrede als lokplek.
7. Als het aas van de valtrede verdwenen is zonder dat de val is dichtgeklapt (sommige dieren zijn erg slim en nemen het voer voorzichtig van de trede), kunt u het moeilijker maken voor het dier om het aas te bereiken, zodat het de valtrede moet aanraken. Hier zijn enkele tips:

• Plaats aas onder de trede of onder de kooi, zodat het dier moet graven en de trede activeert.
• Bevestig het aas in een netje of kous aan de trede of de kooi, zodat het dier eraan trekt en zo de trede activeert.

8. Zet gevangen dieren minstens 4 kilometer van de vangplek vrij, om te voorkomen dat ze terugkeren.